Dierentuinen: hoe zit dat nu?

17 april 2019

Houden jullie van dieren? Wij ook!

Een plaats waar je natuurlijk veel dieren kan zien, is de dierentuin! Je kan er heel wat dieren bekijken op eenzelfde plaats. Erg gemakkelijk voor echte dierenvrienden: op die manier kan je een leeuw, een olifant, een giraf, pinguïns, enz. bezoeken op één dag. Maar hoewel wij natuurlijk goede bedoelingen hebben bij een bezoekje aan de zoo, vergeten we vaak iets. Namelijk: is dit waar al deze dieren het liefste zitten? Als je hen de keuze zou geven, zouden ze er dan voor kiezen om steeds zicht te hebben op een omheining? We zetten alles even voor je op een rijtje!

1.

Sommige diersoorten zijn nog maar erg zeldzaam voor in de vrije natuur. Daarom kozen wij mensen ervoor om er zelf voor te zorgen dat deze diersoorten niet zullen uitsterven. Dat doen we op dit moment door heuse kweekprogramma’s. Het gaat over dieren als tijgers, olifanten, neushoorns, enz. Met andere woorden: dieren die we wel eens in een dierenpark terugvinden. Vandaar dat mensen vaak dit argument aanhalen als ze het hebben over de voordelen van dierentuinen. Hoewel dit natuurlijk een erg mooi doel is, is de realiteit niet altijd even mooi. Maar een klein percentage van de dieren in een zoo zijn effectief bedreigd. Daarnaast is het zo dat dieren vaak van vrienden en familie worden weggerukt om in een andere zoo voor nakomelingen te kunnen zorgen. Dit geeft soms pijnlijke situaties: dieren die gepest worden door soortgenoten in de nieuwe omgeving, of zich simpelweg niet goed voelen omdat ze heimwee hebben.

2.

De dieren in zoo’s zijn vaak de hele dag door te bezichtigen. Een dagje zoo wanneer het regent en waarbij alle beestjes binnen schuilen voor de regen is niet leuk, toch? Maar bedenk je eens wat dit betekent voor de dieren: erg weinig eigen momentjes, niet kunnen doen wat ze zelf willen, de hele dag door bekeken worden door dierentuin-gangers die je aandacht willen trekken of je in beweging willen krijgen. En dat enkel en alleen om mooie foto’s op te leveren…

3.

De plaats die de dieren hebben in Belgische dierentuinen is natuurlijk -in vergelijking met sommige dierentuinen in het buitenland- best groot. Maar kijk eens naar deze cijfers:

  • Een olifant stapt in de vrije natuur gemiddeld 10 km per dag. Doordat ze dat in zoo’s niet kunnen doen, zijn ze vaak veel te dik en krijgen ze er rugproblemen en andere lichamelijke klachten.

  • Giraffen kunnen tot 56 km/u lopen.

  • Neushoorns verdedigen vaak gebieden tot 3 km2.

Wat vind je nu over de omheiningen in de zoo? Hebben de beesten er nog steeds zoveel plaats als je dacht?

Positief

Natuurlijk doen de meeste dierentuinen hun uiterste best om de dieren zo goed mogelijk te behandelen! Sommige stukken land werden volledig getransformeerd naar de natuur uit het land van origine van de dieren. Zo zal je zien dat everzwijnen en panda’s ook in de dierentuin een erg verschillende omgeving kregen. Een enorm verschil met de vroegere dierenparken! Daar moesten de bewoners vaak op een harde betonnen vloer slapen. De verblijven worden ook steeds maar groter: dierentuinen zijn tegenwoordig veel meer begaan met dierenwelzijn dan vroeger!

Er zijn dus voor- en tegenstanders. Beide hebben standpunten die steek houden. Het zal aan jullie zijn om te beslissen of jullie al dan niet akkoord gaan met de manier van leven voor deze dieren. Maar misschien kunnen we jullie nog de volgende tip meegeven: stel jezelf steeds de vraag wat het beste zou zijn voor de dieren. Zijn zij gelukkig? Door jezelf die vraag te stellen, kom je er misschien uit.